Dit verhaal is een inzending voor de verhalenwedstrijd 2021, georganiseerd door Cultuur Overdag in het kader van de Boekenweek 2021 met als thema ‘Tweestrijd’.
Luisteren.
door Laurens van Lieshout (Mierlo)
De werkring van de hersenen is een nog niet geheel begrepen proces. Zenuwcellen staan met dendrieten en synapsen in verbinding met andere cellen. Informatie wordt via sensoren (proeven, ruiken, voelen, zien en horen), in de vorm van elektrische impulsen, overgedragen aan gespecialiseerde cellen. Deze gespecialiseerde cellen reageren door het wel of niet doorgeven van chemische en of elektrische signalen.
Vanuit de evolutie zijn wij, de mens getriggerd op het snel, zeer snel vormen van een mening. Heel vroeger hadden we dit nodig om te overleven. Stel je eens voor dat je midden in het bos een geritsel in het struikgewas hoort. Je hersenen schieten meteen in de overlevings-modules. Al je waarnemingen zijn gefocust op het nu. Ze zijn gefocust op het geritsel in het struikgewas. Elke waarneming die je doet wordt vliegensvlug, in een oogwenk, vergeleken met je opgeslagen ervaringen die het geritsel zouden kunnen verklaren. Zou het een roofdier kunnen zijn? Je lichaam maakt in een oogwenk de nodige adrenaline aan. Deze adrenaline heb je nodig om te vechten of hard weg te rennen. Elke waarneming die je nu doet wordt onmiddellijk vergeleken met je opgeslagen kennis van deze gevaarlijke situatie. Elk mogelijk scenario wordt onderzocht en aangedikt. Immer het gaat om overleven.
Na een schier eindeloze tijd vliegt er een vogel weg. Je schrikt. Opgelucht haal je adem. Je denkt na over het voorval. Het is een tweestrijd die zich in je hoofd afspeelt. Je gaat altijd uit van het ergste. Je houdt er altijd rekening mee dat het slecht af loopt.
Nu in onze moderne tijd worden we overspoeld met negatieve berichten over …
Als we deze berichten consumeren dan vormen we meteen, in een oogwenk, een bevooroordeelde mening. Razendsnel zoeken we in ons geheugen naar een relatie naar een al dan niet geconstrueerde soortgelijke ervaring. Onze hersenen zijn heel goed in het creatief vinden van mogelijke relaties. Deze mogelijk nieuwe geconstrueerde relaties worden wederom opgeslagen in ons geheugen. Dit is handig voor toekomstige gevaarlijke of bedreigende situaties. Zie je wel, had ik het niet gezegd! Ik heb gelijk! Hij verklaar onzin! Het kan niet waar zijn! Ik geloof er niets van!
De vaak, in de media getoonde ‘one linener’ zijn hier mede debet aan. Deze kernachtige uitspraken zorgen ervoor dat we zelf het verhaal gaan invullen. We gaan onmiddellijk associaties zoeken. De ‘one linerer’ heeft de taak om je het nieuws in te trekken. De taak om je aandacht te trekken en vast te houden. Als de ‘one linener’ geassocieerd wordt met een gevaar of met een bedreiging dan werkt dit het beste.
Het vereist training en energie om onze impulsieve reactie te dempen. Het begint met luisteren. Onbevooroordeeld luisteren is een kunst die we verleerd hebben. Als kind, als onze hersenen nog niet geheel gevormd zijn, kunnen we nog luisteren. Het stemmetje in je hoofd, wat eenieder van ons heeft, zit het onbevooroordeeld luisteren in de weg. Het moeit zich overal mee. Het valt je voortdurend in de rede. Je bent, en aan het luisteren naar je stem in je hoofd, en naar … .
Het is een constante tweestrijd. Het is een strijd tussen de stem in je hoofd en de waarnemingen die via je zintuigen binnenkomen. Het is een strijd die te winnen is. Echter in het begin zal dit veel energie van je kosten om je stem in je hoofd tot rust te brengen. Een neven effect hiervan is dat we ook gelukkiger worden. We richten dan onze aandacht op het nu en niet op mogelijke toekomstige gebeurtenissen. Die waarschijnlijk toch niet plaats vinden.