verhalenwedstrijd 2021 (inzending 1)

Dit verhaal is een inzending voor de verhalenwedstrijd 2021, georganiseerd door Cultuur Overdag in het kader van de Boekenweek 2021 met als thema ‘Tweestrijd’.

Novembernacht

door Marlie van der Heijden (Heeze)

Ze blies de kaars zo onstuimig uit dat het kaarsvet over de rand golfde. Spat! Daar lag het, een felrode vlek in haar hagelwitte tafelkleed. Shit. Ze slikte. Ademde diep in, en weer uit. Rustig, nu. Waarom bleef haar hart toch zo tekeer gaan? Ze had voor hetere vuren gestaan, maar dit deed haar veel. Meer dan ze wilde.

Ze baalde ook gewoon echt. Waarom was het nu toch weer zó misgegaan? Was het de toon van haar stem geweest, die zij misschien toch niet zo goed onder controle had weten te houden als ze graag had gewild. Of was het het simpele feit dat ze elkaar niet in de ogen hadden kunnen kijken tijdens dit belangrijke, beslissende gesprek? Of kwam het toch, doordat de waarheid onuitgesproken bleef…?

In gedachten ging ze terug naar toen het voor haar gevoel was begonnen, 20 jaar geleden. Die dag had ze haar beste vriendin zijn slaapkamer in zien glippen. Het vertrouwen was op die dag geknakt. Nee, geen van beiden had er naderhand ooit iets over gezegd, en zelf was ze er niet over begonnen. Toen dacht ze nog dat het niets zou uithalen. Dat ze er wel overheen kon stappen. Inmiddels wist ze beter. Zelfs zoveel jaren later, júist zoveel jaren later.

Ze staarde naar een punt in de verte, dwars door de rode vetvlek heen. Het gevoel van berusting waarop ze zo had gehoopt, nee, gerékend, was niet gekomen. Het continue, te snelle kloppen van haar hart leek nog harder te zijn aangezet in de soundtrack van haar leven. De gesprekken met de therapeut, de yoga-oefeningen en de mindfulness, het had allemaal niets uitgehaald. De herinnering bleef.

Ze wist dat ze er vroeg of laat aan moest geloven, als ze ooit weer rust in haar hoofd wilde. Als ze ooit weer van dat opgejaagde gevoel af wilde. Dat was precies de reden dat ze toch naar hem toe was gegaan en hem verteld had wat ze had gezien die avond. De jarenlange tweestrijd tussen haar angst en haar verdriet vraten haar op, en ze wilde de last delen. Dat was écht, oprecht, haar bedoeling geweest. Dat de dingen die hij haar vertelde, haar alleen maar razender hadden gemaakt, daar kon zíj toch niks aan doen? Ze wilde juist de rust bewaren! De waarheid over toen bleek nog veel afschuwelijker dan wat haar fantasie had ingevuld. Zijn bruine ogen keken haar recht aan en ze walgde van de man tegenover haar. Eindelijk, na 20 jaar, verloor ze haar kalmte. Het wijnglas in haar hand stootte ze sneller kapot dan ze verwacht had. De scherven waren veel scherper dan ze bedoelde. Ze sneden ook veel sneller door de vitale aders in zijn nek dan ze ooit had kunnen bedenken. Zo werd de werkelijkheid vele malen afschuwelijker dan de verhalen die hij even tevoren nog had opgediept uit zijn herinnering.

Als door een wonder was de politie in haar geveinsd verdriet getrapt. Ze regelde de uitvaart en daar kwam Zij opdagen, ‘via-via gehoord dat bla bla bla noodlottig ongeluk bla bla uit het leven gerukt bla bla bla’. De kwelgeest uit haar verleden presteerde het om zich hier te laten zien! Ze blaatte als een schaap! Dat was nog niet eens het ergste, ze vroeg om ‘gezellig, eens een kop koffie te drinken ergens’, want ‘bla bla bla en wat was het toch lang geleden, en wat hadden ze elkaar veel te vertellen!’ Het mens had nog altijd een akelige stem en van die vieze, lange puntige nagels. Ze had nog getwijfeld… heel even.

De vetvlek op tafel was allang hard geworden.

Informatie delen:
%d bloggers liken dit: