verhalenwedstrijd 2021 (inzending 4)

Dit verhaal is een inzending voor de verhalenwedstrijd 2021, georganiseerd door Cultuur Overdag in het kader van de Boekenweek 2021 met als thema ‘Tweestrijd’.

De tweestrijd…..

door Vivianne van Bijsterveld (Mierlo)

Zijn vrienden kijken er enorm naar uit. Hun stemmen trillen van spanning als ze het erover hebben. Musca deelt hun enthousiasme niet. Niks nakkes noppes. Hij zit met zoveel vragen… Is hij wel sterk genoeg om de tocht te maken? Zou hij wel snel genoeg de lucht in gaan? En wat als hij het niet haalt? Zou hij dan halverwege neerstorten en dood op de grond vallen?

Musca is zo in gedachten verzonken, dat hij de donkere schaduw die hem nadert niet meteen in de gaten heeft. Totdat hij in een hoek van zijn vermiljoenkleurige ogen een krant met grote snelheid ziet naderen. Pats! Musca rolt op zijn zij, nét voordat de krant met een harde klap naast hem neerkomt. Dat scheelde maar een haar!

“Getverdemme, weer zo’n dikke strontvlieg!”, zegt het mens. Snel gaat Musca ervandoor. Tegen de reis ziet hij dan misschien op, maar voor mensen is hij allerminst bang. Hij kan intens van hun eetgewoontes genieten. Zeker omdat er meestal wel iets te snaaien voor hem achterblijft. Een kruimeltje brood hier, een suikerkorreltje daar…. Hij is vooral dol op braadstuk, of een kipsateetje van de barbecue. Zodra de geur van gebakken vlees zijn snuit binnendringt, rent hij op zijn korte pootjes richting eetfestijn. Rent, ja…. . Dat is dus het probleem. Musca loopt liever dan dat hij vliegt.

Lastig, want het moment nadert en alle jonge vliegen zijn er klaar voor.  Vanaf de grote tafel in het mensenhuis zullen ze de oversteek maken naar het plafond. “Appeltje eitje”, zegt de vader van Musca. “Je neemt een flinke aanloop. Zodra je het plafond nadert, steek je je vier poten uit en plak je jezelf stevig tegen het plafond.”

Musca kijkt omhoog, naar het plafond. Het is zó hoog. Hij wordt er duizelig van. De vliegen om hem heen zijn druk aan het praten en lachen, hun stemmen klinken opgewonden. Het is duidelijk dat ze er zin in hebben, maar bij Musca loopt het zweet met straaltjes over zijn harige lijfje.

Terwijl één voor één de jonge vliegen opstijgen, kijkt hij met grote ogen angstig toe. Met knikkende knieën loopt hij zich warm op de tafel. “Ik KAN dit! Ik moet en ik ga…..NU!” Hij neemt een aanloop, maar wanneer hij de overkant van de tafel nadert, zinkt de moed hem in de schoenen. Hij slaat zijn pootjes om zijn kop en huilt. Zijn tranen vallen op de tafel, de zon schittert in de kleine plasjes zout water.

“Wat is hier aan de hand?!” Snel veegt Musca zijn tranen weg. Het is zijn opa. “Waarom zit je hier in je eentje op de rand van de tafel, Musca?” Musca trekt zijn schouders op en zegt niets. Was hij maar een stoere vlieg. Net als zijn opa. Maar hij is een loser. Een niksnut. Een strontvlieg!

“Maar jongen toch….” zegt opa. “Dan doe je het toch niet! Ik heb de reis ook niet gemaakt. Ik heb hoogtevrees. Dus ik vind er niks aan om op m’n kop aan het plafond te hangen. Niks nakkes noppes.”

Musca staat perplex. Zijn opa hoogtevrees? Dat wist hij helemaal niet! En de anderen vliegen maakt het blijkbaar niks uit. “Kom”, zegt opa. “Van al dat huilen heb je vast honger gekregen, en volgens mij hoorde ik zojuist de koelkastdeur kraken. Zullen we een kijkje gaan nemen?” Musca knikt. Een stralende glimlach breekt door op zijn gezicht. Waarom zou hij eigenlijk ook naar het plafond willen? Hij heeft daar niks te zoeken. Niks nakkes noppes. Hij pakt opa bij de hand en samen lopen ze naar de keuken.

Informatie delen:
%d bloggers liken dit: