verhalenwedstrijd 2021 (inzending 14)

Dit verhaal is een inzending voor de verhalenwedstrijd 2021, georganiseerd door Cultuur Overdag in het kader van de Boekenweek 2021 met als thema ‘Tweestrijd’.

DUCDALF

door N. Wiedenhof (Nuenen)

Wonko Waas wilde zo snel als mogelijk trouwen met zijn Spaanse vriendin. Probleem was dat hij nog vier jaar studie voor de boeg had. Een andere, kortere, studie zou uitkomst kunnen bieden.

Oom, een wijze geleerde, met wie hij dat plan besprak, sputterde: “Wat een onzin, boterbriefje, een lagere opleiding, slechte toekomst. Je moet het niet doen, je toekomst vergooien. Achterlijk.” We schrijven 1990.

Wonko fietste peinzend naar huis. “Oom kan me wat”, sputterde Wonko tegen zichzelf. “Maar ja, oom heeft me wèl van alles geleerd. Over de Russische literatuur, Gogol, Dostojewski, Gorki, de filosoof Berjajew. Over de 18e-eeuwse dichter, zanger, schilder en mysticus William Blake, over Nobelprijswinnaar Albert Camus en zijn indrukwekkende l’Étranger, over moderne Nederlandse en Vlaamse schrijvers zoals Brouwers, Burnier, Boon,  …”
Wonko mocht zo vaak hij wilde in ooms boekenkast snuffelen, boeken lenen. En oom was ook altijd bereid om toelichting te geven als Wonko iets niet begreep. Oom had hem gestimuleerd om te gaan studeren. Zonder oom was Wonko niet geworden wie hij nu was. Zonder oom had hij van veel dingen niets geweten. ” En”, zo overwoog Wonko nog, “bij die kortere studie staat ook sport op het rooster, voetbal natuurlijk, hoe vreselijk allemaal. Oom heeft toch gelijk.”

Een week later vertelde hij oom dat hij zijn studie zou afmaken. “Ik laat vriendin gewoon hier komen. Kan ze Nederlands leren, werk zoeken”, zo liet hij oom weten.
Oom was opgelucht en zei dat Wonko verstandig had besloten. Uit vreugde gaf hij hem Dostojewski’s Memoires uit het souterrain. “Maar pas op dat je met je vriendin niet in het ondergrondse belandt en let erop dat ze zich geen vreemdeling gaat voelen.”

Er volgden nu lange telefoongesprekken met de vriendin. Wonko merkte dat er iets niet liep zoals hij gehoopt had.

Vriendin twijfelde, ze had een hertog ontmoet in het vliegtuig naar Florence waar ze op vakantie ging. De hertog, diplomaat, was bemiddeld, charmant, welgemanierd en veel ouder dan zij. Vraag voor haar was hoe zijn familie de burgeroorlog was doorgekomen. Ze was niet helemaal tevreden. Vreemde zaken.
Toch koos ze voor de hertog. Wonko kreeg een kort afscheidsbriefje: “Ik kies voor de duuk. Het ga je goed, Lora.”
“Weer zo een Spaanse hertog die je dwarszit. Ducdalf, rotzak, zak in het moeras”, schold Wonko.

Dertig jaar later zocht Wonko haar uit lang weggedrukte nieuwsgierigheid op. Spanje was oranje gebied. Nog eens raadpleegde hij het reisadvies van BuZa. Niets veranderd, alleen noodzakelijke reizen. Wereld 2020.

Hij vond de reis noodzakelijk. Hij had genoeg geaarzeld. Had oom hem niet geleerd knopen door te hakken?

Lora vertelde hem hoe ze had getwijfeld en getwijfeld, Wonko of de duuk.
Ze had nu drie zoons. Berggidsen, alle drie. “Ze begeleiden alleen gevaarlijke tochten”, zei Lora. Hij hoorde trots in haar stem. “Mijn man is een jaar geleden overleden.” Ooglichtjes.

Wonko vloog terug naar Nederland. Lora had dus ook gewikt en gewogen. Dat had hem toch genoegen gedaan. Niet zomaar hup weg. Had hij nou echt lichtjes in haar ogen gezien?

Wonko moest tien dagen in quarantaine. Lichtjes?

Informatie delen:
%d bloggers liken dit: