Dit verhaal is een inzending voor de verhalenwedstrijd 2021, georganiseerd door Cultuur Overdag in het kader van de Boekenweek 2021 met als thema ‘Tweestrijd’.
De laatste sprong

door Eric van de Goor (Mierlo)
Het is een mooie dag om het af te ronden. Dagen ben ik ermee bezig geweest en vandaag komt het einde in zicht.
Het begon met theorie en een instructeur die met een tuigje op mijn rug was vastgemaakt. Hij was degene die wist hoe alles werkte en wanneer wat gedaan moest worden. Ik was slechts de passagier die alleen de juiste arm en been houdingen moest aannemen op commando van de instructeur. Na een korte vrije val en een minutenlange stille glijvlucht kwamen we soepel en veilig aan op de landingszone bij het vliegveld. Met deze tandemsprong had ik mijn luchtdoop gehad en was ik klaar voor de volgende stap.
Met een lijn verbonden aan de opgevouwen parachute op mijn rug en gezekerd aan een oog in het vliegtuig stapte ik alleen uit het vliegtuig. Zodra de statische lijn strak stond trok het de stof van het springscherm open en zweefde ik, met het geluid van lucht die langs mijn oren waaide, naar beneden. Bij de vorige sprong had ik al gemerkt dat de grond pas de laatste paar honderd meter sneller dichterbij leek te komen. Omdat ik de landing zelf moest doen was deze minder accuraat en veel harder dan toen degene op mijn rug het uitvoerde. Dat was allemaal van minder belang want na deze landing was ik weer een stap dichterbij bij het einddoel.
Bij de volgende sprong waren er twee volleerde springers die tegelijkertijd met mij het vliegtuig verlieten. Een van hen hield mijn rechterarm en been vast en de andere mijn linkerarm en been om mij te stabiliseren in de lucht. Op deze manier was het mogelijk om eerst een vrije val te maken vooraleer een van de twee mijn valscherm opentrok. Na het opentrekken werd ik gigantisch afgeremd, door de remmende werking van de lucht die gevangen werd onder de opengevouwen springstof, waardoor het leek alsof de twee begeleiders naar beneden werden afgeschoten. Met de wind onder het springzeil gleed ik veilig naar de grond en de impact was nu, met een klein beetje ervaring, wat minder hard en de landingsplaats was nu ook wat dichter bij het kruis. Dingen die ik voor mijn eindbestemming niet zo belangrijk vond.
Nu is dan de dag aangebroken dat ik het allemaal zelf moet doen. De zon schijnt tegen een helder blauwe lucht met hier en daar een klein wit donzig wolkje. Ik loop over het pas gemaaide gras naar het klaarstaande eenmotorige propellervliegtuig. Uitnodigend staat het in de zon te wachten met de roldeur open om me naar grote hoogte te brengen voor mijn solo sprong. Ik neem als laatste plaats op de vlakke vloer van het vliegtuig vlak tegenover de uitstapplaats. De roldeur gaat dicht en het vliegtuig begint te rijden. Steeds sneller tot het zich losmaakt van de aarde en begint te klimmen. Dan gaat er een gekleurd lampje aan ten teken dat we op de juiste hoogte zitten en dat er uitgestapt kan worden. De springopening gaat open en ik ga op de rand zitten met mijn benen buiten het vliegtuig. Voorzichtig zet ik mijn voeten op de beugels die aan de buitenkant van het vliegtuig zitten en hou ik me vast aan de beugel onder de vleugel. Ik voel de druk van de wind die snel langs het vliegtuig waait en dan laat ik los.
Ik heb altijd moeite gehad om de gemakkelijke weg te bewandelen en daarom heb ik dagenlang toegewerkt naar de tweestrijd die ik nu ervaar. Ga ik op tijd de parachute opentrekken of hou ik me aan mijn plan en laat ik hem dicht.